Echt leren begint met durven kijken
Minder uitstroom, meer behoud van vakmensen. Dat is de ambitie van de technische installatiebranche. Voor die uitstroom zijn twee belangrijke oorzaken: leidinggevenden en het gebrek aan ontwikkelmogelijkheden. Dat zegt Juliette Walma van der Molen.
"Als bedrijf moet je durven kijken: wat mist er in hoe we omgaan met leren?"
Hoe belangrijk zijn ontwikkelkansen voor behoud van vakmensen?
Juliette Walma van der Molen: “We weten uit allerlei onderzoek dat mensen gemotiveerder zijn als ze kunnen leren. Je voelt je ondersteund. Je vaardigheden worden gezien. Je kunt stappen maken. Voelen ze die waardering niet? Dan kunnen ze zeker in de huidige arbeidsmarkt snel ergens anders gaan kijken. We moeten laten zien dat onze technici enorm waardevol zijn. Dat we niet zonder hen kunnen. En kunnen leren is daar een onmisbaar onderdeel van. Je zou dus zeggen dat bedrijven er alles aan doen om medewerkers te laten leren. Dat het niet iets is dat je erbij doet, maar dat het onderdeel is van je werk. Je bent na je opleiding niet klaar met leren. Je bent vakman of vakvrouw en je gaat mee in allerlei nieuwe ontwikkelingen.”
Wat zijn hierin de grootste uitdagingen voor installatiebedrijven?
“Mijn vermoeden is dat ze er in de basis niet goed op ingericht zijn. Ja, ze hebben moeite met het vinden en vasthouden van personeel. Maar vervolgens trekken ze niet de conclusie dat ze hier meer aandacht aan moeten geven. Natuurlijk is het voor de kleine installateur om de hoek lastig om een HR-afdeling op te bouwen. Voor grotere bedrijven is dat makkelijker. Maar ook kleine bedrijven kunnen zich ontwikkelen. Coaching op dat vlak zou kunnen helpen.”
In een eerder interview zei u dat ‘een leven lang leren een andere bedrijfscultuur vraagt’.
“Een leven lang leren gaat niet over die ene cursus of alleen over kennis en vaardigheden. Het gaat om een gezamenlijke houding ten opzichte van leren en ontwikkelen. Zie je het belang ervan in? Voel je je ondersteund? Denk je dat je altijd wel iets bij kan leren? Dat zou de houding in elk bedrijf moeten zijn. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want dan hebben we het over een cultuur- of houdingsverandering. Die beginnen vaak met het besef dat het anders moet of kan. Dan moet je als bedrijf dus ook durven kijken: wat mist er eigenlijk bij ons? Daarna kun je stappen zetten. En dat doe je niet vanuit de bedrijfstop, maar samen met je mensen.”
We zien dat de instroom van meisjes in praktische technische opleidingen en beroepen nog steeds erg laag is.
“Er is veel aandacht voor. Maar ten opzichte van andere landen blijven we inderdaad achterlopen. Terwijl we ze ontzettend goed kunnen gebruiken. De magere instroomcijfers hebben allerlei redenen. Van te veel keuzemogelijkheden op het mbo tot een achterhaald beeld van de sector. En vergeet niet dat de arbeidsmarkt de laatste jaren uitnodigde tot jobhoppen. Want je kunt overal terecht.”
“Maar we horen ook van vrouwen dat ze zich niet thuis voelen in de mannenwereld die de techniek vaak is. En dan kiezen ze alsnog voor een ander vak. We zien dus op allerlei plekken dat meisjes en vrouwen afhaken. Ofwel: je kunt voorlichten wat je wilt, maar je doet het voor niets als vrouwen het lastig blijven vinden om te werken in een mannencultuur. Ook dat vereist een verandering van de cultuur. Ingewikkeld? Ja. Maar niet onmogelijk. Dat hebben we eerder gezien in andere beroepen waarin ook weinig vrouwen werkten.”
Wat is de komende jaren onmisbaar in talentontwikkeling om de instroom en het voorkomen van uitstroom in techniek structureel te verbeteren?
“Talentontwikkeling is meer dan kijken naar kennis of technische skills. Wat breng je verder mee als mens? Het zou fijn zijn als we daar in het hele onderwijs meer aandacht aan konden besteden. Dus van basisonderwijs tot het hoogste onderwijs. Want juist die niet-technische vaardigheden zijn ook enorm waardevol. Tegelijkertijd gaat het ook om waardering. Dat we breed gaan inzien dat we praktisch opgeleide mensen heel hard nodig hebben. En het gaat om samenwerking en samen leren.”
“Dat betekent ook dat we de mogelijkheden in de techniek beter moeten laten zien. Al vanaf de basisschool. Wat kan ik allemaal op het vmbo? En waar kom ik daarna terecht? Aan welke grote maatschappelijke thema’s, denk aan de energietransitie, kan ik meewerken? Daar kunnen bedrijven ook een rol in spelen. Er zijn gelukkig ook steeds meer routes richting het mbo voor leerlingen die graag praktischer leren en minder graag uit boeken. Want er zijn echt heel mooie mbo-opleidingen. Met allerlei ontwikkelingen op het gebied van nieuwe technologie en samenwerkingen tussen vakken. Dat gun je de studenten, de bedrijven en eigenlijk heel Nederland.”
Nog een laatste tip voor installatiebedrijven?
“Ik denk dat bedrijven zich nog meer af kunnen vragen waar hun mensen gelukkig van worden. Waardoor functioneren ze goed? Waardoor raken ze gemotiveerd? Dat ze zich gezien en gewaardeerd voelen: je draagt bij aan iets belangrijks. En dat ze zich voldoende zelfstandig voelen. Daarmee bedoel ik ook dat medewerkers eigen ontwikkelkeuzes kunnen maken. Want elk mens is anders. Plat gezegd: stuur niet het halve personeelsbestand naar dezelfde cursus. Iedereen heeft zijn eigen behoeftes en wensen als het gaat om ontwikkeling.”
Prof. dr. Juliette Walma van der Molen is emeritus-hoogleraar van de Universiteit Twente waar zij de leerstoel Talentontwikkeling, Wetenschap en Techniek bekleedde.