Veranderingen in invulling van de mbo-kwalificatiestructuur biedt bedrijven meer slagkracht

Er zijn maar weinig branches die de afgelopen decennia zo snel zijn veranderd als de installatiebranche. De energietransitie en de snelle technologische ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag. Dit vraagt flink wat van ons onderwijs, dat zich moet blijven aanpassen aan de veranderde eisen, regelgeving, toepassingen en context in het werkveld. Wij Techniek en Techniek Nederland zetten zich, samen met partners in het onderwijs, bedrijfsleven, opleidingsbedrijven en bedrijfsscholen vol in op een adaptieve manier van mbo-onderwijs. Klaar voor nu en de toekomst.
Wendbaar kunnen zijn in het onderwijs is een must bij toekomstgericht leren en werken. De huidige structurering van de installatietechnische kwalificatiestructuur in het mbo-onderwijs is soms te specifiek en biedt te weinig ruimte voor maatwerk en inhoudelijke aanpassingen. Voor een branche die heel snel verandert is dat niet wenselijk. Daarom is het tijd voor een toekomstbestendige en robuustere kwalificatiestructuur, zodat de branche makkelijker kan inspelen op de veranderingen en de bijbehorende kennis en vaardigheden die gevraagd worden. Ook als het gaat om veranderingen die we nu nog niet eens kennen.
Aan de slag
Een werkgroep, bestaande uit Wij Techniek, Techniek Nederland, bedrijfsvertegenwoordigers, onderwijspartners, opleidingsbedrijven en adviseurs, heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe branchevisie op de invulling van de kwalificatiestructuur, die aansluit bij de behoeftes uit het werk- en opleidingsveld. Deze visie wordt nu geïmplementeerd door S-BB in samenwerking met het onderwijs, de opleidingsbedrijven en het bedrijfsleven.
Kristian Kruijswijk, manager partnership bij opleidingsbedrijf Goflex en Nathan van der Ent, onderwijsadviseur bij De Overdracht, zijn twee deelnemers van deze werkgroep. Ze zijn vanuit hun kennis en ervaring betrokken bij de transitie naar de nieuwe vorm van onderwijs.
Kristian: “De doorlopende leerlijn, van de middelbare school - via het mbo - het werkende leven in, is lang niet de enige denkbare route. Tussenjaren, switchers en omscholers zijn tegenwoordig heel gewoon. Ook is het niet altijd noodzakelijk om met een volledig diploma te werken, kijk bijvoorbeeld naar zij-instromers. Deelcertificaten of vakopleidingen – bestaande uit verschillende (commerciële) cursussen, bovenop eerder verworven competenties, geven ook goede mogelijkheden. Daarnaast zien we door de mbo-structuur veel versmelting op de mbo’s, verschillende opleidingen in één klas bijvoorbeeld. De lesinhoud voor die studenten is dan hetzelfde, maar de context waarin ze hun kennis gaan toepassen verschilt. Zulke uitgangspunten hebben we meegenomen in onze opdracht.”
Nathan: “Als je kijkt naar de krapte op de markt, wil je dat mensen snel aan het werk kunnen en zich makkelijk kunnen door ontwikkelen. We zijn met de nieuwe branchevisie goed in staat geweest om te kijken: waar heeft de branche nou echt behoefte aan? Meer flexibiliteit, zodat we binnen het mbo samen met het onderwijs en bedrijfsleven de verschillende doelgroepen goed kunnen bedienen en opleiden voor de grote diversiteit aan contexten die de branche kent.”
Nieuwe structuur
De vernieuwde invulling van de van de kwalificatiestructuur is bedoeld om meer toekomstbestendig en flexibel te zijn. Dit willen we bereiken door de elektrotechnische (E) en werktuigkundige (W) kwalificaties ruim te beschrijven. Dit biedt ruimte om de verschillende doelgroepen van de branche zowel breed als richting een specifieke context op te leiden. De grote contexten binnen de E en W, zoals bijvoorbeeld industriële elektrotechniek, worden vanuit de kwalificaties uitgewerkt in advies- en/of regioprofielen. Deze profielen helpen bij het doorvertalen van kwalificaties naar onderwijs en waarborgen op detailniveau de aansluiting van de inhoud op de praktijk. Bij grote veranderingen hoeven alleen de profielen aangepast te worden, wat een vlottere doorlooptijd heeft dan het aanpassen van kwalificaties. De breed beschreven kwalificaties blijven overeind.
Kristian: “De kracht van de samenwerking tussen branche, onderwijs en opleidingsbedrijven zit hem in het goed kunnen inschatten van de juiste context. Opleidingsbedrijven spelen daarin een belangrijke rol, ze maken de vertaalslag tussen de werelden van het onderwijs en het bedrijfsleven. Wij vertegenwoordigen een grote groep bedrijven in de gesprekken. Zo krijg je een goed beeld van wat er speelt en nodig is. Sommige regio’s hebben bijvoorbeeld bepaalde componenten meer dan een andere regio, kijk naar beveiliging of industrie.”
“Door deze flexibiliteit kun je veel beter de best passende opleidingsroute bij elkaar puzzelen”
Flexibel opleiden
Kristian: “Onze nieuwe opzet is voor bedrijven heel belangrijk. Iedereen is op zoek naar talent. Ik denk dat de flexibiliteit van de nieuwe structuur het mogelijk maakt om meer mensen de branche in te krijgen. Door deze flexibiliteit kun je veel beter de best passende opleidingsroute bij elkaar puzzelen. Kies je voor een brede basis in het mbo, aangevuld met specifieke trainingen? Of doorloop je twee mbo-routes? Of kom je wellicht via mbo-certificaten als zij-instromer binnen? De nieuwe structuur geeft betere aansluiting bij de ambities en mogelijkheden van de student, de (potentiële) werknemer en het bedrijf zelf.”
Nathan sluit af: “Vanuit het bedrijfsleven krijgen we positieve reacties. Vanuit deze positieve energie werken we nu nauw samen als branche, onderwijs, bedrijfsleven en S-BB aan de implementatie van de branchevisie op de invulling van de mbo-kwalificatiestructuur. Ik denk dat het onderwijs en het bedrijfsleven straks heel enthousiast worden van de nieuwe structuur. Het biedt juist die flexibiliteit in opleiden die is nodig is voor de beroepen die zo belangrijk zijn in onze maatschappij.”
Wil je meepraten? Mail ons dan op [email protected]