“In de toekomst gaan diploma’s op de achtergrond verdwijnen”

Jan van Boekel, directeur Techniek & ICT bij Rijn IJssel zit al 36 jaar in het technisch onderwijs. Hij begon in 1987 als docent werktuigbouwkunde en is inmiddels alweer ruim 9 jaar verantwoordelijk voor al het techniek- en ict onderwijs bij de grote mbo-opleider in Arnhem en omgeving. Vanuit zijn verschillende rollen heeft hij altijd veel samengewerkt met brancheorganisaties en bedrijven. We praten met hem over de ins en out van regionaal samenwerken: “Er kan nog veel meer geïntensiveerd worden.”

Foto Jan Van Boekel

Jan, waarom is het zo belangrijk voor roc’s om samen te werken met het bedrijfsleven?

“Ik geloofde altijd al sterk in samenwerking, maar de laatste jaren nog steeds meer, omdat de technische ontwikkelingen steeds sneller gaan. De branche en het onderwijs hebben elkaar hard nodig om zich te versterken: bedrijven willen de juiste kennis in huis halen, studenten willen up-to-date blijven. Het is echt een situatie waarin één en één meer dan twee is.”

Gaat dat goed, die samenwerking?

“We hebben hier in het oosten van het land een aantal hele goede samenwerkingen. We hebben heel veel bijeenkomsten waar we samen over dingen praten en kennis te delen. Maar we zouden nog veel meer kunnen doen. Het onderwijs zou meer in kunnen zetten op Leven Lang Leren, in plaats van alleen regulier onderwijs. En het bedrijfsleven zou meer tijd vrij moeten maken om scholing te stimuleren en de samenwerking aan te gaan. Veel kleinere mkb-bedrijven zijn zó druk, dat ze amper de tijd hebben om een kennisdelingsbijeenkomst bij te wonen.”

Welke oplossingen zie jij daar voor?

“Van mij mag het allemaal wel wat meer verplicht worden, net als bij de CO-certificering. Er mag druk op komen. Want je moet gewoon tijd en ruimte maken voor kennisdeling, scholing en bijscholing. Alleen zo ga je de tekorten op de arbeidsmarkt tegen.”

“Roc’s, gun elkaar dingen”

Wat vind je van de wet Marcodoelmatigheid

“Kijk, we moeten niet hebben dat ieder roc dezelfde opleiding aanbiedt met allemaal kleine groepjes studenten. Dat is onbetaalbaar en uiteindelijk niet haalbaar. Daarom moet er meer samenwerking en afstemming komen. We hebben hier in Gelderland 6 roc’s, die komen 4 keer per jaar bij elkaar om hun opleidingsportfolio’s met elkaar af te stemmen. Het helpt als roc’s hun concurrentiepositie loslaten. We zijn ook geen concurrenten: we zijn er voor het bedrijfsleven en worden betaald door de overheid. Dus laten we elkaar ook dingen gunnen.”

En hoe kies je dan wat je doet in de regio?

“We hebben bijvoorbeeld al meer dan 10 jaar regioprofielen binnen de installatietechniek. Dus dan kijken we, samen met het bedrijfsleven, naar het landelijk ontwikkelde kwalificatiedossier. Zo’n kwalificatiedossier is nog best globaal, maar door het aan te passen aan de vraag in de regio geeft dat de docent ook richting: hoe richt ik mijn onderwijs in, waar leg ik wat meer de nadruk op. Dit doen we dus samen met de mensen met de voeten in de klei, zij weten waar we ons regionaal concreet op moeten richten.”

Wat zijn andere voorbeelden van succesvolle samenwerkingen?

“Ik ben erg enthousiast over de BPV-instrumenten die samen met Wij Techniek zijn ontwikkeld. Dit zijn instrumenten om het gesprek tussen de BPV-begeleider vanuit school, de praktijkopleider van het bedrijf en de student zelf de faciliteren. Dat doen we al vroeg in het proces, zodat iedereen elkaar ook snel en goed weten te vinden. En zodat we precies weten wat de student bij dat bedrijf kan leren en wat hij misschien ergens anders moet ontwikkelen, zodat er geen studievertraging plaatsvindt.”

 

Jullie werken ook met hybride techniekopleiders, toch?

“Jazeker, wij kijken al jaren hoe we mensen uit het bedrijfsleven kunnen enthousiasmeren voor het onderwijs. Want laten we wel wezen, we hebben een tekort aan personeel, maar als we mensen nodig hebben om dat toekomstig personeel op te leiden, moeten we ook die met een loep zoeken. Ze zijn heel lastig te vinden. Het project hybride techniekopleiders, samen met Wij Techniek, helpt hierbij. Daarnaast hebben we zelf een project, samen met Economische Zaken en Windesheim: de hybride techniekdocent. Op de website hybridetechniekdocent.nl kunnen mensen aangeven wie ze zijn, wat ze kunnen en waarop ze zich aan het oriënteren zijn. Dit zijn mensen die met één been in het werkveld staan en dus de laatste kennis van zaken mee kunnen nemen het onderwijs in. En het bedrijfsleven profiteert ervan dat ze helpen de toekomstige collega’s op te leiden.”

“Hybride techniekopleiders nemen de laatste kennis van zaken mee het onderwijs in”

Kun je wat meer vertellen over het Gelders Vakmanschap?

“Ja, dat is een heel mooi initiatief voor Leven Lang Ontwikkelen. We hebben een jaar of 5 geleden een heel mooi concept neergezet samen met een grote groep partijen: de brancheorganisaties, werknemersorganisaties, opleidingsfondsen, de provincie, de HAN en de Gelderse roc’s. Met behulp van een subsidie vanuit de provincie hielpen we mensen vanuit werkloosheid met scholing weer aan het werk. Het succesingrediënt waren de arbeidsmarktcoaches. Dit zijn mensen die proactief naar de bedrijven toegaan om te vertellen wat er allemaal mogelijk is en individuele begeleiding bieden aan medewerkers in het scholingstraject.. Toen waren we nog afhankelijk van subsidies, maar dat zou niet moeten. Geld is het punt niet. Het gaat erom dat je de handen ineenslaat: dat je elkaar echt versterkt. Ieder roc heeft Leven Lang Leren in de plannen staan, maar met samenwerking met Gelders Vakmanschap ga je dat ook daadwerkelijk een succes maken.”

 

In 36 jaar heb je het mbo fiks zien veranderen. Wat vind je van de komst van mbo-certificaten?

“Die komen er gelukkig steeds meer. Je zult zien: in de toekomst gaan diploma’s op de achtergrond verdwijnen en gaan mensen stukjes van diploma’s halen omdat ze dat nodig hebben. Voor zij-instromers is het ideaal dat ze niet meer de hele opleiding hoeven doen om werkzaamheden goed en veilig te kunnen uitvoeren. Dat doe je met een certificaat. En mocht je op een later moment nog meer certificaten halen, kun je die uiteindelijk samenvoegen tot een volledig diploma.”

“In de toekomst gaan diploma’s op de achtergrond verdwijnen”

Allemaal mooie voorbeelden van samenwerking en vooruitgang in het technisch onderwijs. Waarin zie jij nog verbetering?

“We zouden nog veel meer moeten samenwerken op het gebied van techniekpromotie. Iedereen doet wel iets aan promotie, maar allemaal voor zichzelf. We moeten eerst gezamenlijk mensen in de techniek krijgen, ongeacht welke technische sector ze in terecht komen. We organiseren bij ons in de regio de Techniekdag, waar we allerlei kinderen en jongeren enthousiasmeren voor techniek. Daar komen toch altijd wel zo’n 5000 mensen op af. Maar het is lastig om bedrijven hiervoor aan tafel te krijgen.

Bovendien vraagt het van bedrijven om minder traditioneel te gaan denken. De jongeren die bij ons van school komen, hebben een heel ander beeld bij werk dan 20 jaar geleden. Zij willen bijvoorbeeld vaak helemaal niet fulltime werken. Vaak weigeren bedrijven dat, maar dan denk ik: je kunt beter twee werknemers hebben die 3 dagen in de week werken, dan geen werknemers.”